Wakame-komkommersalde. Boekweitnoodles. Zoete gemberdressing. Quinoa met boontjes. Sla met eigen kruidenzout. Gebakken aardappels met oregano. Makreel in olie. Worteltjes, rode en paarse tomaten. Gebakken pompoenpitten met hondsdraf. Ik heb me laten gaan. En telkens toen ik naar buiten keek en zag dat het goed was met het kleintje in bad verzon ik er nog een gerechtje bij.
Ik was met de afwas bezig, toen ze ergens een smerige dweil vandaan haalde en die het badje in trok. Even later haalde ze het koffiegruis tegen de slakken weg van bij de pompoenplanten en wreef zich er mee in. Een ruwe scrub voor het zachte lijfje. Ze lachte, straalde in de avondzon, kwam zich trots en korrelig bruin tonen in de keuken. Ik heb haar op een steen tussen de maïs gezet en met een kan schoon water overgoten.
De man en het oudste kind waren nog op de weg terug na zwemles. Ze zouden in een dorp vlakbij nog een Marktplaats-aanschaf halen waarover ik nu nog niets durf te zeggen.
Eten samen met één kind, onder de overkapping, vlakbij de tomatenplanten. Ik schotelde haar een bordje voor met van al wat ik maakte een klein beetje. Zegt ze: Heb je niet iets lekkers voor me? Zeker, zeg ik. Ik neem haar op schoot. Ze is moe, nestelt zich, het kleine warme, jong, gaat er zelfs bij liggen. Ik voer haar, vogeltje, met haartjes onderaan vochtig en opgekruld na ‘t badje. Ze smikkelt.
De man en het oudste kind komen thuis. De oudste bedient zichzelf, twee borden vol. Alleen de sla hoef ik niet, zegt ze, of eigenlijk wel, maar dan niet in mijn bord. Hoe moeten we dat dan regelen, vraag ik. In een bordje ernaast, zegt ze. Dat gaan we de volgende keer zo doen. Ze likt aan haar vinger, vist zo pompoenpitjes op. De man zit in de zetel naast de tafel, bord op schoot. Hij zegt niet veel. Ik zie dat het hem smaakt. De kleinste neemt het woord, vertelt over hoe we morgen de afloop van een incident zullen beleven, namelijk als volgt: De kaka, poef, in toilet, steentje uit de poep, klaar. Laat ons hopen dat het eruit komt, dat ronde glimmende steentje dat eigenlijk in een glazen bokaal voor de vissen hoort te liggen.
Ik voel dat de avond rustig gaat verlopen. Ik voel dat we allebei weten dat zij allebei weten dat ze moe zijn en dat er nu niets beter is dan een bed. Maar toch, het kan nog alle kanten op. Ze kunnen ineens nog op de bedden gaan springen, botsen, vallen, weigeren tanden te poetsen, een andere pyjama willen, weer een andere pyjama willen, elkaars knuffels afpakken, bijna in slaap vallen, plots opveren en naar beneden willen … de oudste gaat nog douchen, wast haren zonder meer. De jongste trekt de blaadjes van een blokje post-its los, laat zich gewillig optillen, zegt nog: Toe nou, mammie, ik wil zo graag nog spelen met de dingen van jou.
Ja, hé, zeg ik, en ze hangt tegen de man die haar tanden poetst. Ze ligt naast me in bed, drinkt een beetje, zucht en slaapt. De oudste zit nog midden in een verhaal, ik hoor de man geeuwen tijdens het voorlezen.
Beneden staan nog zakken vol gerief van de vakantie. De was hangt nog buiten. De buren zeggen tegen elkaar dat ze de planten gaan water geven. Moeten wij ook nog doen. De fietsen staan nog op de oprit. Het onkruid ook. We zijn al een week de brillen van de man kwijt en hij heeft ze nodig. Ik heb vandaag twee keer mijn telefoon gezocht en pas uren later gevonden. Één keer in een Tupperwaredoos onder een kookboek, één keer onder een houten plank onder een theedoek. Ik kon mij er niet druk in maken. Misschien komt dat door waar ik me in mijn cyclus bevind. Echt, serieus. Interessant. Pas op, morgen kan dat al weer anders zijn. Maar voor nu is het mooi meegenomen. Ik proef de gemberdressing op mijn lippen, op mijn arm waait zacht de slapende adem van de kleinste. Ik hoor de buren hun parasol dichtbinden, een lege gieter loopt vol.
Mooi geschreven.
Mooi omschreven.
Het gaf me een warm gevoel 🌿
LikeGeliked door 1 persoon
Het verhaal van het steentje en kaka heeft ze ons al uitgebreid verteld 😉
Yvonne
LikeLike
Uiteraard, jullie hebben alles uit eerste hand! Het mocht trouwens een goed einde kennen, oef.
LikeLike