Nog een ijsje

Het haventje. De schapen. De grote boom. Het avondlicht. De grijze wolken. Helder blauw erachter. Het houten stokje van het ijsje in mijn mond. Gekocht in het frietkot. Kon nog net voor de kassa afgesloten werd. Mijn grootvader die nooit al het ijs oplikte, omdat hij dat houten stokje niet wilde proeven. Kuj gij da verdroagn?

Zou hij ooit in Warffum zijn geraakt? Met zijn rolstoel? Mij hier hebben zien leven? Ik zou voor de gelegenheid die groene trui aantrekken die hij zo mooi vond, hij zei dat een keer, net voor hij zei: Ge hebt zo’n mooie lange vingers, juust gelijk mijn mama. Hij streelde ze.

Ik gooi het houten stokje in de vuilbak, ga zitten op het bankje bij de haven. Voorovergebogen met de ellebogen op mijn knieën. Het kleinste kind ligt op mijn rug in de draagdoek, zachte adem in mijn nek. Het licht trekt richting nacht. De zon valt niet meer op het water. De schapen stappen loom dichterbij, naar het hek. Er is verder niemand en er is geen zakdoek.

Iets doet ineens zo’n pijn. Een onmogelijkheid. En een scherpe weergave van die jonge vrouw en die grootvader. De geur van de koffie in de witte kopjes aan de ronde tafel, de geur van de krantjes, de folders en het metaal, het alaam dat er lag omdat hij het nodig had om het één of ander in mekaar te draaien. Hoe had hij mij in dit leven gezien: ’t Is aggelijk ver, hé? De mensen spreken ier wel vré Ollands. Verstaaj gij alles?

Mijn neus is verstopt en mijn telefoon heeft nog 1% batterij. Ik sta op van het bankje, voel het lijfje op mijn rug schuiven. Een jonge kerel op de fiets, ik had hem een paar jaar geleden in de klas, studie niet afgemaakt. Wanneer we elkaar kruisen in het dorp kijkt hij strak voor zich. Dat is toch nergens voor nodig? Ik wandel naar huis. Langs het huis met de hondjes. Langs de oude groene Mercedes met het vachtje op de achterbank.

4 reacties

  1. karaat schreef:

    Mooi!
    Lief van opa. gebaar en woord.
    Ik wist dat niet (meer) van dat
    houten stokje… 🙂

    Like

    1. Het zou ook kunnen dat ik dat heb verzonnen. Ik zal eens polsen bij de bronnen.

      Like

  2. Saar schreef:

    Nu ga ik aan geen ijsjesstokje meer kunnen likken zonder aan jouw grootvader te denken. Heb hem nooit gekend, maar ben er behoorlijk zeker van dat hij van die plek, dat haventje, die warffumstilte zou gehouden hebben. Want zeg nu eerlijk, wie -behalve degenen die strak voor zich kijken- laten zich níet raken door deze plek?

    Like

    1. Kom nu maar rap naar hier! Ik leg de magnums klaar op het bankje.

      Like

Een reactie plaatsen