Een droom

Ik heb de voorbije nacht gedroomd dat ik weer studeerde, aan de universiteit, opnieuw iets met literatuur, ik had al drie weken les gemist, waarom was onduidelijk, groepswerk was al volop bezig. Een vriendin die ook de studie deed en trouw de lessen volgde, had drie extra hand-outs, ze gaf één ervan aan mij. Bedankt, Sanne. Ik stond in de binnentuin van het universiteitsgebouw naast keurig gesnoeide buxushagen. Het was in de Rhodestraat in Antwerpen, nabij gebouw R. Ik stond in een rij van studenten die onregelmatigheden vertoonden. We kwamen om de beurt voor een soort kansel van de prof te staan, een kansel … het was eigenlijk een houten krat dat omgekeerd op de grond stond en waarop de prof voorovergebogen over een hoge tafel op een lange lijst zocht naar onze namen, met een potlood plaatste hij kruisjes en gaf tips voor het toch nog kunnen vormen van een groepje samen met andere studenten. De prof was blond en mager en vriendelijk. Ik kwam hem later die dag op weg naar huis nog tegen. Hij zat op de fiets, had het houten krat op zijn bagagedrager gebonden met daarin een leren tas. We groetten elkaar. Het was in de Oosterstraat in Warffum, ter hoogte van de voormalige Fokkens, een zaak voor Dier, Tuin en Ruitersport die inmiddels is verhuisd naar de Juffer Marthastraat, ook wel de doorgaande weg genoemd of door een zeldzame dorpeling ook wel als de snelweg bestempeld.

De prof wees me fietsend en over zijn schouder pratend op een ruilboekenkastje vlakbij tussen de velden. Hij noemde de titel van een boek dat ik er zou moeten vinden. Ik botste even later al op het kastje. Het was eerder een kast dan een kastje, telde wel tien planken en was hoger dan ik. De zon scheen op mijn rug terwijl ik de titels op de ruggen van de boeken las. Helaas weet ik niet meer welk boek de prof me had aangeraden, maar ik heb het wel degelijk in het kastje zien staan. 

Nog wat later kwam ik aan bij het huis van een medestudente met wie ik nu een groepje vormde. We zouden aan de slag gaan, want we hadden wel wat in te halen. Ze woonde nog bij haar ouders. Het was in de Burgemeester Guillonlaan in Kortrijk. De oprit voor haar huis helde naar beneden, de garage lag onder het straatniveau. Ik liep op de grijze tegels, ze hadden van die ribbeltjes, om de snelheid wat te breken. Ik klopte op een deur in een witgeverfde poort en werd binnengelaten. In de garage hing aan twee rekken was te drogen. De kleren waren gewassen met Dash, dat rook ik meteen. 

En daarna werd ik badend in het zweet wakker. Nee. Haha. Daarna werd ik wakker, gewoon, met het eerste licht van de dag, met een beetje dorst en met iets van verlangen naar een verhaal dat een beetje nieuw is en vooral vertrouwd of toch vooral een beetje nieuw.

Advertentie

Een reactie plaatsen

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s