Misschien weet ik nu ook al wat wij deze week gaan eten

Ze zong. ‘Een bos, een bos, een bos, het is een mooi bos, een bos, een bos, een bos, het is mijn bos. Ik mag niet te veel bellen anders schrik ik de dieren weg.’ En ik erachteraan. Met het bos in de longen. En de man en de kleinste muis zo’n honderd meter achter.

Ze maakte vaart op het pad en riep: ‘En als je paddenstoelen ziet dan zeg je stop, kom hier.’ Ik riep oké naar de trappende voeten.

(Oei ik moet nu even naar beneden snel een deken om mijn schouders ah hier dat babydekentje tegen de kou oké ik ga zo verder.)

Goed. De paddenstoelen, tjah, voor paddenstoelen is het niet meer het moment, maar ze zag ander moois in het bos. Drie blaadjes met een donkergroene rand en een steeds lichter wordend binnenste, van grijs naar zachtgroen naar bijna wit. En ze zag een kleine rode varen. Ik had hem ook al gezien. Ze remde, vroeg of ik de varen wilde plukken en ook nog wat jonge plantjes die in een groepje bij mekaar stonden. Ik deed alles in haar fietsmandje en zei dat we bij thuiskomst de plantjes zouden drogen. Maar bij thuiskomst heb ik blokken hout voor het haardvuur in een bak gelegd en aan de plantjes heb ik niet meer gedacht.

Maar daarnet dus wel! Vandaar dat ik even naar beneden liep. Ik heb de plantjes uit de fietsmand gehaald. Op het aanrecht in de keuken heb ik ze voorzichtig tussen krantenpapier gelegd. En nu liggen ze in dat krantenpapier tussen Jamie Oliver en Yotam Ottolenghi. Vroeger zouden ze tussen telefoonboeken hebben gelegen, maar die bestaan niet meer. Ik vroeg het deze middag nog aan mijn ouders, of ze nog telefoonboeken hebben. Maar nee, ze hebben ze nog niet zo lang geleden weggedaan. Dat dunne grijzige papier, overvol bedrukt, nauwelijks marge en witregel, en die inktgeur.

Trouwens, een geluk dat ik uit bed ben gegaan om die plantjes te drogen, want het licht brandde nog in de schuur. De mensen zouden zich wel eens kunnen afvragen wat wij een hele nacht in zo’n koude schuur zitten te doen. Of ze zouden ons verspillers en verkwisters kunnen noemen omdat wij daar al die uren het licht laten branden en dat zou toch wel spijtig zijn voor een gezin met een milieu-econoom aan het hoofd. Nu ja, het licht is uit. En bij Ottolenghi zag ik trouwens een tagliatelle met walnoot, salie en citroen. Dat zou deze week wel eens op het menu kunnen staan.

Advertentie

Een reactie plaatsen

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s