Ik woon nu bijna vijf jaar in Nederland. Het sentiment voor al wat Vlaams is, neemt met de jaren toe. Als ik familie in mijn geboortestreek bezoek, door de straten van mijn studentenstad wandel of in de buurt kom van de plek waar ik werkte, vertraag ik mijn pas, ga ik anders kijken. Met een treinkaartje in de hand, rugzak over een schouder, sta ik op het perron te wachten. Ik draai om mijn as, zie op een blauw inlichtingenbord een lik verf met daaronder de contouren van een diertje dat ik er ooit op tekende, ik zie het frietkot waar we vroegen of ze ook frieten verkochten en toen gierend een kleintje bestelden om te delen (*), ik zie dat de man die het gordijn achter het loket neerlaat nog steeds dezelfde is, ik zie dat de kauwgomballenbak is verdwenen. Ik stap op de trein, neem de route van thuis naar de school waar ik mijn tienerjaren doorbracht. De vertrouwde warme lucht in de wagon, het fietspad naast het spoor, de platanen op een rij, oude en nieuwe graffiti, het fabriekspand voor de fuiven waar ik niet heenging, de stadskern die dichterbij komt, de winkels, alleen Asalamsupermarkt en de tegels op het plein zijn nieuw. En dan links, rechts, weer links, rechts en nog een keer links tot …
Ik sta op de grijze stenen in het midden van de speelplaats van het Technisch Instituut Heilige Elisabeth Grauwzusters Franciscanessen in Roeselare. Hier, op deze plek, op deze stenen, in dit vale licht van wolken en geen zon gaat een nieuw hoofdstuk beginnen. Ik draag een schort omdat het moet. De schort is lichtblauw, van synthetische stof, heeft een lengte tot net over de knie en gaat vanaf de heupen wat wijder open. Ze heeft lange mouwen die net te kort zijn. Over mijn borst gaat de schort in een V, in de rechterflank zit een gaatje waar een lint doorheen moet dat vervolgens op de rug wordt gestrikt. Op het rechterborstzakje staat mijn naam geborduurd; voornaam met daaronder familienaam. Het borduurwerk op de schort, in donkerblauw en in sierlijk aaneengeschreven letters zal het elegantste borduurwerk van de hele klas zijn. Het werd erop genaaid door buurvrouw Mieke die later tegen haar zin door mijn vader uit haar brandende garage werd gered.
Voor me zie ik rode bakstenen wanden met hoge ramen, witte kozijnen eromheen. In de gebouwen zitten heel veel lokalen, gangen en trappen. In de gangen hangen lange smalle planken met metalen haken voor jassen en tassen. De trappen in het hoofdgebouw hebben terracottakleurige tegels, de trapleuningen zijn van hout. In het bijgebouw zijn de trappen belegd met zwarte en witte langwerpige tegels. Ik weet nog niet dat al die trappen steeds zwijgend betreden moeten worden en dat ze je ontzettend traag tot op de derde verdieping brengen nadat je onderweg de grote fotolijsten met koning Albert en koningin Paola hebt gezien en de gelakte lichtbruine kast met glas ervoor met daarachter de opgezette hermelijn met de scherpe tanden en de zwarte oogjes.
Ik weet nog niet dat we op die trappen de strikken van elkaars schorten zullen lostrekken en daar strafstudie zullen voor krijgen. Ik weet ook nog niet dat ik op die trappen in de zomer onderweg naar een veel te warm lokaal het plan zal verzinnen om uit de les wiskunde te ontsnappen door voorover op mijn bank flauw te vallen.
Ik sta op de grijze tegels van het Technisch Instituut Heilige Elisabeth Grauwzusters Franciscanessen in Roeselare. Ik ben vijftien jaar en ik denk dat ik een school heb gekozen die bij me past.
(*) verkwoptjegidderierwokfrittn? – jaaaaaaa, zeg moa – eenklintjuvwotedjilnosjeblieft
Zalig dit te lezen. Pure nostalgie.. Waar is de tijd, langzaam maar zeker worden we ouder. Af en toe terug denkend aan die mooie momenten in de Grauwe Zusters ♥️
LikeLike
Ineens hoor je jezelf zeggen: Twintig jaar geleden …
LikeLike
Héél herkenbaar.
LikeLike
Zelfs naar de Colruyt gaan, raakt me!
LikeLike
De Grauwzusters. Wat een frisse naam voor een school 😉
In een frietkot vragen “verkwoptjegidderierwokfrittn?”. HILARISCH!! Echt, ik zie het scenario al helemaal voor me! Ik kan niet anders dan lachen als ik eraan denk 🙂
LikeLike
Die naam … ik heb die toen koppig genegeerd, al denk ik dat ik wel al een bui voelde hangen, ik ben namelijk aan de directeur gaan vragen of ik mocht kiezen met welke papier ik mijn boeken moest kaften …
LikeLike
Prachtig , komisch en ontroerend tegelijk!
LikeLike